dinsdag 25 februari 2020

De maansikkel en het gedicht.

En daar staat de maan, een sikkeltje in een open stukje lucht.

Dit tafereel volgt op prachtige wolkenpartijen die mijn verbazing wekten in deze overgangsperiode tussen dag en nacht.

 De woorden van de stilte maken geluid.
 Ik zou wat willen zeggen, maar ik zeg het niet .
 Ik zou iets willen horen, maar ik hoor het niet. Want mijn oren willen niet luisteren.

 Vandaag wilde ik gaan, maar ik ging niet.

Alles is vaak anders, want geluid heeft stilte nodig, zoals de dag de nacht nodig heeft.

 Eens zal ik het weten, wat ik nu niet weet.
Eens zal ik horen waarvoor mijn oren nu gesloten zijn en zien wat mijn ogen nu niet vermogen.


 Zo zie je, wat er allemaal op kan borrelen zo in de schemering van deze dag, die alle kanten op kon.

Heel binnenkort wil ik naar Berkel Rodenrijs om daar een vriendin op te zoeken.
 We hebben elkaar twee jaar niet meer gezien, maar ze zit in mijn hart en omgekeerd ook.
 Teveel wind hield me vandaag tegen.




 Maar het zonnetje in mijn trui ontwerp begint te schijnen en de houtstapel buiten werd kleiner en die van binnen groter. Fijn dat ik weer te eten heb. De bloemkool is gaar.

De meerkoet wordt op het matje geroepen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten