Goedemiddag.
Buenas Tardes.
Het is pas kwart over vier en mijn tent staat al even. Dat heb je als Antonius al aanroept terwijl je nog niet echt wil stoppen. Ik zei daarna nog:"Wacht nog even, nog even iets verder rijden". Maar het was al te laat, mijn oog viel op een aanlokkelijk, rustig bosje. En dat terwijl ik tot dan toe in een landschap van flats, appartementen en reclameborden had gereden. Tobias en Mila, het stel fietsers dat ik woensdag ontmoette, leggen ongeveer hetzelfde traject af en ze bereidden me er in hun blog op polarsteps al voor op dit landschap. Ze zijn nu inmiddels al wel honderd kilometer verder dan ik. Het is leuk om te lezen hoe zij de reis ervaren en beschrijven. Zij kamperen meer direct aan zee en hebben dan veel vocht van dauw op hun tenten. Vannacht heb ik dat in ieder geval weer niet, want bomen zuigen het meeste vocht wel op.
Evenals gisteren weer een mooi beschutte plek.
Tobias bij het ochtendgloren bij zijn tent.
En dan denk ik weer aan de man die ik trof toen ik vanmiddag aan het lunchen was. Alles wat hij leek te hebben was een klein rugzakje dat hij in een karretje voorttrok en strompelend kwam hij naderbij. Ging zelfs naast me zitten. Zo goed en zo kwaad als ik kon probeerde ik contact te maken. Ik moest wel, vond ik van mezelf, maar meestal mijd ik zulke mensen. Ze zijn te ver heen of te ver in hun eenzaamheid gedoken om nog menselijkerwijs te reageren. Ik word ook liever niet geconfronteerd met ellende, wetende dat een mens heel ver af kan zakken, ikzelf incluis. In bepaalde omstandigheden kan het iedereen overkomen. Voorzover ik op kon maken uit de schamele woorden die uit zijn mond kwamen begreep ik dat hij geen Spanjaard is. Ik dacht een Algerijn of zo. En hij is nu al tien jaar in Spanje.
Brood wilde hij niet, noch melk, wel een mandarijntje. Ik twijfelde of ik hem verder iets kon geven, wetende dat het in ontvangst nemen van geld zijn gevoel van eigenwaarde ook nog verder naar beneden kan drukken. Toen kreeg ik zelf van een voorbijkomend jongetje een lollie aangeboden. Dit gaf voor mij de doorslag om het briefje dat in mijn muntjesportemonnee zat bij de man in zijn rugzak te stoppen en hij accepteerde het.
Maar ja, deze man is er nu een van de vele mensen die ik in belabberde toestand vaak tegenkom, vooral in steden waar ik accordeon speel. Over het algemeen kan ik er mijn ogen voor sluiten en mijn gang gaan en een koffer met munten oogsten voor mezelf. En het vervelend vinden dat ze mijn inkomen verminderen door hun gebedel. Vooral de mensen met honden verzoedelen ook nog de sfeer. Ik groet ze wel beleefd maar verder wil ik niks met ze te maken hebben. Maar ik ben nu niet meer zo fanatiek, het spelen gaat vooral voor de lol en om iets teweeg te brengen bij de mensen.
Nu iets anders. Wineke gaat waarschijnlijk dinsdag vertrekken riching Nederland en ze volgt ook de kust. We gaan elkaar weer ergens ontmoeten. We zijn in onderhandeling over het hoe en wat. Het had hier kunnen zijn op deze mooie plek, maar ik weet niet of ik hier morgen de hele dag wil blijven. Misschien wel, maar anders wordt de ontmoeting wat verderop.
De kust heet hier trouwens de Costa Blanca.
De Costa Blanca bij Torrevieja met wolkjes aan de wat minder blauw geworden hemel.
Zo, ik ga nu eten klaarmaken. Broccoli dit keer. En op een voorzichtig vuurtje want vanaf de weg is er een beetje zicht op mij. Smakelijk eten ook gewenst.
Que aproveche.
Geachte heer, het is que aproveche niet che aproveche
BeantwoordenVerwijderenDankjewel voor de verbetering. Het was al een gokje voor mij of het nu che of que was. In het Italiaans gebruik je inderdaad che. Ook had ik twee p's in aproveche.
BeantwoordenVerwijderenInmiddels is het verbeterd.
BeantwoordenVerwijderen