zondag 5 juni 2022

Col bereikt. Buongiorno Italia. Ontmoeting met Maureo

 Bijna half negen in de avond 
Het ligt alweer ver achter me, de onderneming van de beklimming van de St Bernard. Letterlijk en in de geest.
Door af te dalen ben je snel in een andere wereld.
Die is nu in een warm Italië,waar ik een rustig plekje heb,vlakbij een riviertje en gevonden door over een rijwielpad te rijden dat de telefoon me aanbracht.
Toen ik nog niet braaf zijn advies gevolgd had kwam ik wel langs een supermarkt waarvan ik probeerde of die toevallig open was op zondag, en ja hoor.
Daardoor kon ik het brood dat bijna op was weer aanvullen,zodat er morgenochtend weer een compleet ontbijt op tafel komt.
Groente hoefde eigenlijk niet want vanmiddag werd me een warme maaltijd aangeboden in een restaurant.
De eigenaar ervan is een vriend van Maureo en Maureo is de vriend van de herders die in een dorpje net over de Alpen woont (of ervoor, afhankelijk van hoe je het bekijkt). De herders zijn nu met hun schapen zo'n tachtig kilometer verderop en ga ik in de loop van de week ontmoeten
Maar Maureo, die er bij ons eerste treffen drie jaar geleden ook bij was, die zag ik vandaag al.


Hij sleurde me meteen in een Italiaans mensenbad, want na me eerst koffie en tostie aangeboden te hebben in het hotel waar we afspraken liet hij me kennis maken met die bevriende restauranthouder een paar kilometer terug van mij uit gezien.
Deze man is een heel spontaan figuur en vond onder andere dat pelgrims te eten aangeboden moeten krijgen.


Dus mocht ik meteen aanvallen terwijl Maureo niks kreeg maar ook niks wilde.

We zaten aan een tafeltje bij de receptie annex kassa en in dat half uur zag ik heel veel bezoekers komen en gaan.
Moeilijk om allemaal meteen te begrijpen wat er gezegd werd, zo koud in Italië, maar ik heb ook problemen met mijn oren en dat maakt het extra moeilijk. "Wat zeg je (ché dice)?"
De restauranteigenaar hield van humor. Er hing een napoleonpet.
Toen hij die opzette sprong ik daar meteen op in



De eigenaar van het restaurant als Napoleon.

 
Tegen drie uur zette Maureo me weer bij de fiets af en kon ik verder afdalen dieper Italië in, waar ik nu dus een rustig plekje heb waar ik gewoon nog maar eens een keer op mijn eigen manier gekookt heb.

De beklimming van de St Bernard ligt weliswaar voor mijn gevoel al ver achter me, toch heb ik er vanmorgen nog flink aan moeten trekken, of beter duwen, de fiets vooruit de hoogte in.
Het gemiddelde stijgingspercentage was ook wel negen procent, zo ik opmaakte uit bijvoorbeeld dit bordje.




2472 meter is namelijk de hoogte van de col zelf.

Het was afzien en na elke tweehonderd meter of elke bocht even stoppen om op adem te komen met steeds niet de zekerheid of ik dit doel kon halen. Dit ken ik niet van mezelf uit vorige tochten.
Niet dat het stoppen onprettig was want naarmate de hoogte opliep des te spectaculairder werden de vergezichten.


Een blik in de toekomst met een mooie wolk die het ongewissene ervan laat zien .




Één van de vele fietsers die op en af gingen.




Een visser die voor me uit liep.


En de sneeuwresten die hoe hoger ik kwam steeds omvangrijker werden.


Zo zelfs dat ik er mijn fiets tegenaan kon zetten bij een van de vele pauzes.





Tenslotte mocht ik mijn fiets tegen de finishpaal zetten om even later in het gebouwtje het laatste kopje Zwitserse koffie te drinken.

De grens over zagen de wolken er zoals vaak heel anders uit en onweersgeluiden vervulden weldra de lucht.
Nog gauw even een foto naar boven gericht waar ik vanaf kwam.





Op dit punt gekomen barstte de regen los.
Precies hier was drie jaar geleden de ontmoeting met de herders én met Maureo.
Geen tijd om er bij stil te staan, maar regenjas aan en verder naar beneden.



In dit dorpje was het schuilen geblazen met Wil uit Engeland.
Zijn doel is het om via Rome, Albanië, Griekenland naar Georgië te komen en daar zijn vriendin te ontmoeten.
Hij vertelde dat hij mij op de col ook al opgemerkt had en vooral niet snapte waarom ik die klompen over de bergen heen sleepte.

De bui was na een half uur weer voorbij en de hoogste bergen waren ook al weer snel achter me.
En nu zit ik hier.


waar inmiddels de zon niet meer op de overkantse heuvel schijnt, maar waar de avond valt.

B u o n a    S e r a             B u o n a   N o t t e


              S l a a p    l e k k e r

Geen opmerkingen:

Een reactie posten