Goedenavond, bonsoir.
Het was even spannend vanavond. Terwijl ik bij mijn vuurtje zat te kijken dat het eten bijna kookte kwam een erg boze man op me af. Hij zwaaide afwerend naar mijn vuurtje en ik begreep dat ik het uit moest maken. Nou, daar aarzelde ik geen moment over, want ik hoopte maar dat hij geen politie op me af zou sturen. Niet dat het vuurtje gevaarlijk was, maar het zal heus niet mogen zo midden in de zomer, zelfs al is het ergens in een wei. Ik kan niet laten zien waar het was, want de telefoon stond uit toen de man kwam. Ik moest ook onmiddellijk weg. En ja, ik was gehoorzaam genoeg want politiedreiging moet ik niet hebben. Met wat water, melk en het afgietsel van het eten was het vuur heel snel gesmoord. Snel moest ik beslissen hoe ik de pan met het eten dat nog net niet aan de kook was gekomen zou vervoeren: Inwikkelen in krantenpapier en dan op de gebruikelijke plaats in de fietstas. Zo snel als ik vandaag het zaakje op de fiets heb gekregen is me de hele reis nog niet gelukt. Het moest binnen tien minuten, dan kwam ie kijken of ik inderdaad weg was......
Mijn plotselinge vertrek van de plek waar ik eerder al een meloen genuttigd had en even met mijn telefoon bezig was geweest had ook iets heel nuttigs. De verbinding was er namelijk zeer slecht en viel later helemaal weg. Vandaar dat ik de telefoon uit had gezet.
Ik had me sowieso er al op voorbereid om na het eten met de telefoon op zak op de fiets te stappen op zoek naar beter bereik. Want de blog moet toch geschreven worden!
Maar nu ging ik dus weg met al mijn spullen.
Ongeveer tien kilometer zal ik daarna nog gefietst hebben eer ik aan de rand van een bosje dit plekje vond.
Vanuit de tent gezien is dit mijn uitzicht.
Zojuist heb ik hier een nieuw vuur ontstoken om het eten weer aan de kook en gaar te krijgen. Midden in bovenstaande wei. Geen pottenkijkers en boze mensen hier.
Het enige nadeel van het gebeuren is dat ik niet meer genoeg water heb voor de thee morgenochtend. Maar er is nog melk over. Die is niet helemaal vergoten op het vuur.
Vandaag heb ik goed gefietst, vind ik. Menige heuvel moest beklommen worden maar ik heb nooit geklaagd. Het ging me goed af, terwijl ik eigenlijk een beetje honger had en ik tot half drie door moest rijden om een winkel te vinden.
Op een gegeven moment steeg een hevig geblaf op ergens. Het bleken naar schatting zeven honden te zijn die bij een huis hoorden.
Daarvoor heb ik de telefoon tevoorschijn gehaald en een filmpje gemaakt voor de status van WhatsApp.
Spreuk van de dag.
Blaffende honden bijten niet als ze achter de tralies zitten.
W e l t e r u s t e n.
Bonne nuit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten