Goedenavond.
Zo, vanavond schrijf ik niet vanaf de blogplek vlakbij huis, maar vanaf een kampeerplek vlak bij Valence. De toernee is dus begonnen.
Uitgezwaaid door de koeien.
Het duurde wel erg lang voordat ik thuis weg was, maar dat ben ik gewend van mezelf. Aanvankelijk leek elf uur de tijd van vertrek te zijn, maar toen ik vijfhonderd meter afgelegd had besefte ik dat ik mijn zakje met afval vergeten was. Dit was wel een reden om terug te keren, want zo midden in de kamer is dat voer voor muizen. Eenmaal terug besloot ik om het in de koelkast gezette kliekje van de afgelopen dagen maar op te eten. Daarna nam ik zelfs nog tijd om even koffie te drinken, na netjes alles afgewassen te hebben.
Uiteindelijk was het half één toen ik het huis van Yvon en Olivier binnenstapte om een beetje bij te praten en hun mijn plannen te vertellen.
Rond vier uur werd Valence bereikt en ik ben daar meteen een uurtje gaan spelen.
De drukste straat van de stad waar ik doorgaans het minste verdien.
Later, na boodschappen gedaan te hebben, ben ik na enige twijfel toch nog even gaan spelen in een minder belopen straat, maar waar ik meestal wel betere resultaten boek.
Er zat een bedelaar en ik herinnerde me dat ik enkele jaren geleden, toen ik voor het laatst hier speelde zeer agressief werd bejegend door een bedelaar. Zou het, zoveel later, nog steeds dezelfde zijn, die naar zijn zeggen toen mij niet kon dulden omdat hij al die jaren, dag in dag uit hier zat in deze straat en daardoor dat recht had opgebouwd?
Ik denk het wel. Goed en wel was ik aan het spelen toen een vrouw bij me stopte die vertelde dat ze namens de man moest zeggen dat hij niet van mijn muziek gediend was. Oh, zei ik, is hij bang dat ik ook geld verdien? En ik liet de koffer zien waar nog niks in zat. Hij hoeft dus niet bang te zijn, zei ik haar, en ik speelde verder.
Ik kon er daarna op wachten dat hij zelf zou komen. Precies bij mijn laatste liedje kwam hij inderdaad voor me staan met een gezicht dat boekdelen sprak. Zijn woorden waren echter iets minder agressief dan de vorige keer. Hij had last van het geluid en of ik verderop wilde gaan staan. Maar ik vertelde hem dat ik mijn slotlied nog af wilde maken en toen zou gaan. En zo geschiedde het.
Ik weet niet hoe ik dit morgen aan ga pakken als ik weer ga spelen. In ieder geval zal ik iets verder van hem gaan staan. Als hij weer agressief wordt denk ik erover het een en ander bij de politie te gaan vertellen. Maar dat is niet echt verstandig. Ook zou ik de man kunnen voorstellen dat hij krijgt wat in mijn koffer komt als ik in die straat sta. In ieder geval wil ik geen klappen krijgen. Liever druip ik dan nog af, zoals ik vandaag deed en vier jaar geleden ook.
Intussen zit ik weer heerlijk te kamperen. Het reizende leven bevalt me misschien wel beter dan thuis zijn op mijn mooie plek. De vogels zingen prachtig, of het een lieve lust is.
De plek is nieuw. Waar ik anders kampeer als ik in Valence speel vond ik het vandaag te veel in het zicht.
Toch kwamen er tijdens het eten koken mensen voorbij op enige afstand. Hun hond blafte naar mij en daarna zwaaiden we uitbundig naar elkaar. Toevallig was ik net aan het filmen en zo is het hele gebeuren, inclusief ontmoeting, op de status van Whatsapp te zien en te horen.
Op weg naar Valence waren er prachtige wolken te bewonderen.
Vandaag was ik de vierhonderdeenendertigste. 62.789 is het aantal fietsers dat tot nu toe in dit jaar over de brug kwamen.
Gezegde van de dag .
Il a un coeur d'artichaut.
Zeggen ze van iemand die snel verliefd wordt. Letterlijk staat er.
Hij heeft een hart als een artisjok.
Tot morgen, en de groeten van de vogels die zeer uitbundig de dag uitfluiten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten